Dirk Depoorter
Vrijdag 31 januari

Janjanbureh

Janjanbureh ook wel Makaty of Georgetown genoemd, was de eerste Britse stad in Gambië. Gelegen op MacCarthy Island in de Gambia rivier. Vandaag een stad met zo’n 400 compounds, met daarnaast nog de ‘buitenwijken’. Naar schatting 4 000 inwoners.
We vertrekken om 8.00 uur, 300 km rijden, over het algemeen goede baan, wel een paar keer door een drukke stad. Zo’n 4,5 u gereden, maar er scheelde duidelijk iets aan de wagen: gebrek aan power, waardoor inhalen dikwijls niet mogelijk was. Omar was zich hier niet van bewust, waarschijnlijk omdat hij altijd zo traag rijdt.
We worden verwelkomd door zo’n 150 inwoners aan de rand van de stad, waarna we te voet verder gaan door de hoofdstraat, begeleid door muziek en dans, zodat iedereen weet dat we toegekomen zijn. We zijn het intussen gewoon, maar het blijft toch een verrassing dat er zoveel aandacht wordt gegeven aan onze komst. Het is hun manier om ons te bedanken en waarschijnlijk ook een kwestie van de lat hoog te leggen op vlak van verwachtingen. Voor het welkomstwoord zitten we in een zaal met zo’n 70 aanwezigen. Naast de toeschouwers zitten we samen met: de president van de Rice Corporation Society, de vice-president, de technisch adviseur, de lady counceler, 2 man van de Elders Advisory Committee, de persoon ‘in charge of the money’, die ‘in charge of the machines’, representatives of the Rice Filed Committee, de woman representative of the vegetebale gardens, the secretary of the RCS... Almamo legt uit wat de doelstelling van ons bezoek is (zie hiervoor het verslag van onze eerste vergadering met Almamo als we toegekomen zijn).
En dan... is er gebed, lunch, rust. En worden we alleen gelaten in de ontvangstzaal. Vrij lang, wat ons de tijd geeft om verder voor te bereiden. Duidelijkheid krijgen over de test, die niet verlopen is zoals gedacht en gewenst. Maar met de nadruk op hoe dit project in de toekomst wel winstgevend kan zijn, zodat we de juiste beslissing kunnen nemen.
Voor de start van de vergadering maken we duidelijk dat we met een beperkte groep wensen te overleggen, niet met 15 man. Waarna er nog 7 overblijven. Het belooft een moeilijke vergadering te worden, naar onze Westerse normen: veel gepalaver, geen duidelijke beslissingen. We beginnen met de rekening te presenteren van het testproject en uit te leggen dat dit niet voor herhaling vatbaar is. Dat we dit niet kunnen verantwoorden ten opzichte van onze sponsors. Enkel al de rekeningen uitleggen is een opgave. Ook hoe we het verder zien, omdat ze ervan uitgaan dat dit een winstgevende activiteit is, als ze maar de machines zouden hebben. De kost hiervan wordt echter niet meegenomen in hun berekeningen. Ook hoe we de winst willen verdelen dringt niet echt tot hen door. Zij gaan ervan uit dat de winst het bedrag is dat ze krijgen voor de rijst, ook hier weer zonder rekening te houden met de kosten. Moeilijk om uit te leggen.
We geraken er niet helemaal uit. Dan maar de rijstvelden ter plaatse bezoeken. Maar eerst passeren we langs 2 gemeenschapstuinen, die vrij goed onderhouden zijn, maar waar ze kampen met een tekort aan water. De installatie hier staat er in het kader van een JSF programma, ‘founded by the EU’. De pomp die het water oppompt zou niet sterk genoeg zijn, waardoor ze te weinig water hebben. We stellen echter ook vast dat de zonnepanelen vuil zijn en niet op de beste plaats staan. Vanaf een bepaald uur in de namiddag staat er een boom in de weg voor de zon. Voor ons is Janjanbureh te ver om dit te kunnen opvolgen.
Wat de rijstvelden betreft: het veld dat we bezoeken is zo’n 25 hectare groot. Op dit rijstveld zijn er 127 plots met 83 ‘farmers’. De meeste boeren hebben 1 plot, sommige meerdere. Dit zijn allemaal relatief kleine veldjes van zo’n 2 000 m2, telkens bewerkt door 1 familie/boer. Een 2e rijstveld is 52 hectare groot, 205 plots met 100 boeren. Alle grond is eigendom van de overheid, maar ze hebben toestemming om deze te gebruiken om rijst te cultiveren. En het is de president van de Rice Corporation Society die de velden toewijst. Er zijn betonnen kanalen gemaakt zodat het water kan gepompt worden uit de Gambia rivier, om de velden te irrigeren, Op het ene veld zijn er 2 pompen, aangedreven door elektriciteit, die niet meer werken. Ze hebben er een derde geplaatst, aangedreven door benzine. Niet door zonne-energie. Kostelijke affaire dus. Ook op het andere veld is er een pomp defect. Op de rijstvelden krijgen we heel wat uitleg over hoe rijst verbouwd wordt, zodat we er ons tenminste een beeld van kunnen vormen.
Op het eiland is er zo’n 5 000 hectare die zou kunnen dienen voor het verbouwen van rijst. Het blijft merkwaardig vast te stellen dat de overheid hier weinig of niets mee doet. Maar ze steunen wel elk initiatief om nieuwe velden te ontwikkelen. Passief ondersteunen, niet actief. Uitbreiden wilt echter zeggen nieuwe irrigatiekanalen aanleggen en dan spreken we toch over andere bedragen, zonder vandaag enige zekerheid dat dit kan uitgroeien tot een zelfbedruipende, laat staan winstgevende, onderneming.
We willen wel nog een tweede test doen op een plot van 2 hectare, mits duidelijke afspraken en rekeningen.
De terugweg naar onze lodge is lang en donker, letterlijk dan. Waarbij je nog extra moet opletten als je door dorpen rijdt waar de mensen nog op straat rondlopen. Bovendien werken de dimlichten niet, wat het rijden er niet comfortabeler op maakt. Ik gebruik dan maar de mistlichten.
Eerst gebrek aan “power”, nu de dimlichten die niet werken, controlelampjes die branden, de airco die niet werkt... Dringend nodig dat de wagen terug in orde gebracht wordt! Omar is heel zorgzaam en wilt niet onnodig geld uitgeven, we moeten hem dan ook duidelijk maken dat de jeep in perfecte staat geen onnodige uitgave is. We zijn terug in de lodge rond 22u, waarna nog een pintje en korte debriefing volgt.
Zaterdag 1 februari

Faraba Sutu Village
Hier zijn we de voorbije jaren telkens langsgekomen. Dit is het dorp met de jongste Alkalo, Alieu Sanyang, een ondernemend man, die niet stil zit. De Alkalo heeft zo ook de opleiding gevolgd van Mien en Liesbeth om zelf wonden te kunnen verzorgen. Waar er in het begin 15 à 20 verzorgingen per dag nodig waren, is dit aantal nu gezakt naar 4 à 5 per dag. Wat aangeeft hoe nuttig die opleiding is.
De marktplaats, die vorig jaar in aanbouw was, is af en is in gebruik door de vrouwen om hun groenten en fruit te verkopen. Daarnaast is Alieu gestart met een vorm van microkrediet voor vrouwen die kleren en beddelakens beschilderen (ik heb een heel mooie gekocht ter ondersteuning) om zo iets bij te verdienen. De tweede waterpomp die we in 2024 geïnstalleerd hebben vlakbij de marktplaats bedient de 2e helft van het dorp, aan de overkant van de druk bereden straat.

Hij wenst nu de bestaande nursery school uit te breiden met een primary school voor kinderen van 7 tot 12 jaar, waarna Dirk hem de uitleg geeft over de wijze waarop we een school community wensen uit te bouwen, en hoe we, mede door ervaringen uit te wisselen, het niveau van het onderwijs willen verhogen. Alieu ziet dit helemaal zitten. Voor hij Alkalo was, was hij immers onderwijzer. En hij vertelt ons wat ze al doen in de reeds bestaande, nursery school (voor kinderen van 3 tot 6 jaar): assessment van de onderwijzers, leerplannen per jaargang, proper water en voedsel voor de kinderen... Hij heeft hier ook sponsors voor, die er ook voor zorgen dat de leraren een salaris krijgen. En natuurlijk zou hij graag hebben dat de kinderen van de nursery school verder goed onderwijs krijgen in een nieuw te bouwen primary school. Alieu zal een applicatie indienen om zijn aanvraag te motiveren.
En Alieu is gemotiveerd, zonder enige twijfel. Hij ziet zichzelf ook als lid van de Gammol Community. En wat we daar al gedaan hebben werpt duidelijk zijn vruchten af. Bovendien is hij goed in netwerken, en als hij zijn schouders onder iets zet, zou dit zeker een aanwinst zijn voor Gammol. Maar er zijn ook andere dorpen die noden hebben. We beloven dus niets, al bespreken we achteraf dat dit echt wel een goede investering zou zijn, net als de andere investeringen die we in Faraba hebben gedaan. Het is gewoonweg interessanter, maar ook rendabeler en motiverender, om te investeren in een dorp waar een Alkalo en de bevolking zich helemaal inzet om er het beste van te maken. In eerste instantie gaan we in op zijn vraag voor een uitbreiding van de bestaande waterinstallatie zorgen, zodat we aan de vraag naar meer water kunnen voldoen. Er is 1 zonnepaneel dat moet vervangen worden. Wij doen het werk maar de kosten hiervan zullen ze zelf dragen.
Dit bezoek doet ons ook stilstaan bij de constructie van onze waterinstallaties. We hebben hier al serieuze stappen vooruit gezet: van kleine constructies vroeger, met kleine vaten van 4 000 liter en op een hoogte van 3 meter, naar (onze laatste) installaties van 2 x 10 000 lieter op een hoogte van 6 meter en tot 1 500 meter leidingen in de dorpen. We vragen aan Omar om later na te gaan wat de kostprijs zou zijn indien we torens zouden zetten van 8 of 9 meter, en hoeveel meter leidingen we dan zouden kunnen leggen. Een todo!
Niggie Village

Ook dit dorp hebben we verleden jaar bezocht. We hebben daar twee jaar geleden een waterinstallatie geplaatst en stellen vast dat deze perfect onderhouden wordt. We hebben hen verleden jaar ook aangeraden werk te maken van het omheinen van een groot stuk community ground om groenten op te telen. En ze hebben dat ook gedaan! Mooi om zien hoe ze een stuk braakliggende grond hebben omgevormd naar een prachtige tuin. Hartverwarmend. En ze willen nog verder uitbreiden. Ze beschikken echter over te weinig water voor de tuin. Wat hier moet komen zijn reservoirs om het water op te slaan. We spreken af dat zij zorgen voor de reservoirs en dat wij de leidingen zullen plaatsen.
Daarnaast is er een schooltje aanwezig. Tenminste, als je dit een schooltje kunt noemen... 2 kleine klasjes, een nog kleiner leraarslokaal, een keukentje en een materiaallokaal. Allemaal vervallen. In de keuken en het materiaallokaal hebben de vleermuizen hun nest gemaakt. Het dak van een van de klaslokaaltjes is ingevallen. De Alkalo heeft dit gefinancierd, maar als de overheid dit kwam controleren is het afgekeurd omwille van “niet geschikte” lokalen. En toch wordt er nog les gegeven aan 19 leerlingen door een gemotiveerde leerkracht. Geen wonder dat ze ons vragen of we hen willen helpen met het bouwen van een nieuwe school. Het dorp breidt uit, mede dankzij het water dat nu beschikbaar is, en kinderen moeten nu kilometers te voet doen als ze naar een school willen/kunnen gaan. De keuze waar we dit jaar een school willen bouwen wordt er niet eenvoudiger op. En dan weten we dat er nog een derde aanvraag is...
Als we vertrekken bedankt de Alkalo ons: “Thanks to Gammol, our lives have changed. We now have clean water. We listened to your advice to fence our garden, so today we have a garden on which we grow vegetables and can earn something and feed our children”. Ons antwoord: “we provided clean water, gave advice, but you took the initiative to make it happen. We can only encourage to take further initiatives”. Het blijft confronterend als je dit hoort, vanuit de omgeving waar wij vandaan komen.
Sotokoi Village

We bezoeken Sotokoi, omdat ze een aanvraag hebben gedaan om een bijkomende waterinstallatie te plaatsen. Ter plaatse krijgen we het klassieke hartelijke welkom en de dank van de vele sprekers, met daarbij de vraag naar: meer water, een marktplaats, een omheining voor de tuin en een school. Niets nieuws, maar als we hen vragen welke initiatieven ze zelf al genomen hebben, welke hun actieplannen zijn, is het antwoord dat we in 2026 de veranderingen gaan kunnen vaststellen. Ze zijn wel begonnen met het maken van de betonblokken voor de marktplaats, maar we maken meteen duidelijk dat we hen hiermee niet gaan helpen. Onze focus is en blijft: waterinstallaties en scholen (en misschien later rijst?). Daarnaast zijn ze een Arabische school aan het bouwen en vragen ze hier ook hulp voor, wat we ook afwijzen, vermits er een Engelse school vlakbij is. En in de scholen die wij bouwen leggen we de focus op het Engels onderwijs, omdat dit de kinderen meer kansen geeft naar de toekomst toe. Dit geeft dus niets met hun geloof te maken. We leggen hen dit ook uit.
Wat het water betreft; er zijn zo’n 300 compounds, sterk groeiende bevolking, waarschijnlijk nu tussen de 2 000 en 2 500 inwoners. Met onze toren voorzien we slechts een gedeelte hiervan van water. Daarnaast is er een heel grote toren aanwezig, 40 000 liter, 27 jaar geleden geplaatst door de EU. Er is echter slechts in één straat met negen kranen aangesloten. Ze vragen of wij geen extra leidingen en kranen kunnen voorzien? De zonnepanelen blijken ook niet meer te functioneren, waardoor ze de installatie aan het elektriciteitsnet hebben aangesloten, wat natuurlijk een veel hogere kost is. Erg om zien hoe die installatie verwaarloosd is. Geplaatst door de EU, en dan in de steek gelaten. We moeten meer duidelijkheid krijgen hoe we dit weer kunnen optimaliseren!
Faraba Kariaba

Dit is een nieuw dorp waar we een waterinstallatie hebben geplaatst, niet zover van Sotokoi. Als we van Sotokoi naar Faraba gaan komen we een tweede EU installatie tegen, 30 jaar oud, nog groter dan deze in Sotokoi, 80 000 liter, heel hoge toren. Blijkbaar zijn hier 100 kranen op aangesloten, maar de zonnepanelen werken niet meer, dus aansluiting op het elektriciteitsnet wat hen 10 000 dalasi per maand kost. Absurde situatie: er is capaciteit aanwezig, maar het wordt niet gebruikt wegens defecte zonnepanelen en te dure elektriciteit!? We zouden dit moeten in kaart brengen: waar staan er nog EU-installaties en worden deze nog gebruikt, en op welke manier. Misschien kunnen we hier, mits relatief kleine investeringen, wel een groot verschil maken.
We bezoeken onze installatie, die perfect onderhouden wordt. Vlak naast de installatie zien we een grote tuin die bewerkt wordt door verschillende vrouwen. Dit blijkt geen community garden te zijn, maar eigendom van een privé persoon die zijn tuin ter beschikking stelt van de community. Hij heeft ook 10 m2 afgestaan op de plek waar de installatie staat. In ruil hiervoor heeft hij een kraan in zijn compound gekregen. Dit is niet de afspraak die we maken, maar ligt natuurlijk gevoelig. Door een kraan “af te staan” kunnen nu wel een 50-tal vrouwen de tuin bewerken en voor eten en een inkomst zorgen.
Er staat ons terug een hele ceremonie te wachten. Ze beginnen wel met te zeggen dat ze het erg vinden dat we niet kunnen vieren zoals gebruikelijk, mits onze tijd beperkt is, maar we krijgen toespraken van de Imam, de Gouverneur, de Alkalo, de lady councelar, the council, M/V gebruikers, iemand van de VDC... en op het einde hebben ze een maaltijd voorzien. 😊 De council, Binta Bah, wordt hierbij nogal uitdrukkelijk in de bloemetjes gezet, wat voor ons niet zo duidelijk is vermits ze nooit in het beslissingsproces, waar we onze installaties plaatsen, wordt betrokken.
Samengevat worden we bedankt, hoopt de community op een partnership die verder kan evolueren (lees: bijkomende hulp), met onmiddellijk de vraag naar een extensie van de waterinstallatie en hulp bij het bouwen van een school. Onze installatie helpt nu zo’n 200 compounds, maar we kunnen vaststellen dat het dorp serieus aan het uitbreiden is. We spreken hen aan over de EU-installatie die er staat, maar waar volgens hen heel hoge kosten tegenover staan om deze terug full operationeel te maken. Ze beloven ons een ‘feasability study’ te bezorgen, zodat we een gefundeerde beslissing kunnen nemen of we hierin moeten investeren. Wat de school betreft heeft Dirk kunnen vaststellen dat er een school aanwezig is met 4 klaslokalen en en leraarslokaal. Geen prioriteit dus. Dirk sluit af met onze gebruikelijke vraag en verwachting naar onderhoud en initiatiefname.