2024 - Reisverslag 13/18 maart (deel 2)

Dirk Depoorter

Vrijdag 15 maart

Jamwelly

Counselor Alieu bij de inhuldiging van de nieuwe waterinstallatie van Jamwelly.

We starten de dag met een bezoek aan het dorp Jamwelly waar we een nieuwe waterinstallatie plaatsten. We worden ontvangen door de Imam, Yorro Cham, de Alkalo, Momodou Jallow, de chairman van de VDC, Alleu Ceesay en de woordvoerder van de vrouwen, Yasine Low. Daarnaast maken we kennis met de persoon die aangewezen werd om de verantwoordelijkheid over de waterinstallatie op zich te nemen, Haruna Saidy. En natuurlijk zijn er tal van dorpelingen aanwezig, die allemaal hun dankbaarheid willen tonen. Dat we onze nieuwe projecten bezoeken is altijd op uitdrukkelijke vraag van de community waar we een installatie (of school) bouwen. Dit gaat altijd gepaard met een ceremonie, waar de notabelen van het dorp een dankwoord plaatsen. We hebben Omar gevraagd om de dorpen duidelijk te maken dat we dit heel hard appreciëren, maar dat ze het kort moeten houden kwestie van niet te veel tijd te verliezen, gezien het vele werk dat nog op de planken ligt en onze (te) korte tijd in Gambia.

Kort is hier echter een rekbaar begrip, want elke spreker krijgt een forum om zijn dankwoord uit te spreken. En hiervoor nemen ze de tijd, waarbij sommigen niet nalaten hun eigen verdienste op de voorgrond te plaatsen. Het kortste en meest to the point zijn zonder enige twijfel de vrouwelijke sprekers.

De dankbaarheid is, zoals steeds, groot. En eveneens, zoals in 90% van de gevallen, krijgen we vraag naar extra ondersteuning. In Jamwelly specifiek naar extra installaties, omdat de compounds in het dorp dikwijls ver uit elkaar liggen. Daarnaast vragen ze om hulp bij de bouw van een marktplaats, centen voor medicijnen die ze zelf niet kunnen kopen, beide zaken die niet binnen onze doelstellingen passen. Zelfs al erkennen we de nood, we blijven ons richten op onze hoofddoelstellingen, water en onderwijs. Alieu benadrukt het feit dat ze nu iets gekregen hebben, wat de regering hen niet kon geven, terwijl het wel hun taak is. Hij benadrukt eveneens dat ze in het dorp zelf ook de handen uit de mouwen steken en zorgen voor verbeteringen. Zo hebben ze 200.000 dalasi (2.700 euro) geïnvesteerd in een betere (aarden) weg die door het dorp loopt. Voor ons is dit een peulschil, maar voor hen vergt dit een grote inspanning om dit grote bedrag bijeen te krijgen.

Vrouwen dragen het water.

Yasine benadrukt hoeveel we de vrouwen hiermee geholpen hebben en benadrukt dat dankzij het zuiver water, hun kinderen nu veel minder ziek gaan worden. Ook zij vraagt naar extra installaties.

Om af te sluiten herhaalt Alieu, de councelor, nogmaals zijn vraag naar een extra installatie. Hij benadrukt hierbij hoe zwaar het wel is voor de vrouwen, tijdens de Ramadan, om water te gaan halen die ze nodig hebben om te koken, te wassen, te drinken. En dat ze dit op sommige plaatsen nog met emmers uit de grond moeten halen. Waarbij ik me de bedenking maakte waarom de mannen dat dan niet doen? Maar ik heb gezwegen.

Dirk heeft dan onze boodschap gebracht:

  • Tevreden met het werk van Omar en Lamin, en het dorp die de kanalen heeft gegraven om de leidingen in te leggen.
  • De installatie kan voor ons een startpunt betekenen en er kan een vervolg komen.
  • Dit ligt in de handen van het dorp zelf, en begint bij een perfect onderhoud van wat er nu staat.
  • Daarnaast verwachten we dat het dorp actie onderneemt om hun leven zelf te verbeteren. Dit kan veel vormen aannemen: een community tuin oprichten, contributie vragen voor het onderhoud, tuinen ommuren tegen loslopende dieren, stenen maken om een school te bouwen, …
  • Als we zien dat er actie ondernomen wordt, dan zijn we bereid om bijkomende steun te voorzien. Maar eerst moeten we daadwerkelijk het resultaat van de actie zien. Het mag geen loze belofte of dode letter zijn.

Hierbij benadrukt Dirk dat de middelen die we hebben niet onbeperkt zijn en dat onze sponsors maar bereid zullen zijn om ons/hen blijvend te steunen, als ze weten dat de centen goed besteed zijn. Perfect onderhoud van wat we de community geven is hierbij een basisvereiste, naast de initiatieven waarvan we verwachten dat ze die zelf nemen. Als zij die belofte waar maken, dan komen wij ook onze belofte na om extra steun te geven. Het hangt dus in eerste instantie van henzelf af.

Fuffor

Dirk Depoorter bij de nieuwe installatie van Fuffor.

Het tweede dorp waar we naartoe rijden is Fuffor. De head councelor, Ousman Bah, rijdt met ons mee. Zijn taak zou je kunnen vergelijken met wat een gouverneur doet bij ons. Inhoudelijk zal het er wel anders uitzien, vermoeden we. Hij is verantwoordelijk over een bepaalde jurisdictie (provincie), en staat in nauw contact met de Alkalo’s en VDC van de verschillende dorpen. Hij heeft ook nauw contact met Omar, waaraan hij advies geeft en voorstellen doet van waar de noden het hoogste zijn ikv. het plaatsen van de waterinstallaties en/of scholen. Hij neemt als eerste het woord om Omar, Lamin en Gammol te bedanken voor een heel mooie dubbele (2 x 4.000 liter vaten) installatie.

Fuffor is een van de oudste en minst ontwikkelde dorpen van de regio. Het ligt tegen de zuidelijke grens met Senegal. Vroeger waren er zo’n 10 compounds (families), maar intussen is dit heel sterk geëvolueerd. Reden: de grond was hier gratis. Het is een community die heel sterk verenigd is, en die de ontwikkeling van het dorp voor zover mogelijk zelf in handen heeft genomen.

Het geluk dat de Alkalo, Sulayman Jatta, uitstraalt als hij ons bedankt is authentiek en hartverwarmend. Het meest belangrijke dat we hen konden geven is de waterinstallatie. “Water is leven”. Dit is een geschenk dat veel mogelijk zal maken, vermits er nog veel uitdagingen zijn. Zo spreekt hij over hun ambitie om een primary school te bouwen en een “youth center”, waar ze jonge mensen een stiel kunnen leren. Het water dat nieuwe mensen zal aantrekken om in Fuffor te komen wonen, waardoor er meer middelen zullen zijn om hun dromen te realiseren.

De voorzitter van de VDC, Alieu Jarju, beaamt wat Sulayman ons net verteld heeft. Het dorp is in sterke ontwikkeling dankzij de gratis grond. Tot hiertoe hebben ze het dorp zelf ontwikkeld zonder externe hulp. Zo hebben ze zelf een moskee gebouwd en een nursery school (kleuterschool). Dankzij het water gaan ze tuinen kunnen aanleggen om groenten te verbouwen en zo meer middelen vrij te krijgen voor hun volgende projecten. Hij belooft ons dat ze de waterinstallatie gaan verzorgen alsof het hun eigen kind is, en sluit af door te zeggen dat als we volgende jaren langs zouden komen, er telkens iets veranderd en geëvolueerd zal zijn in het dorp.

Iets heel speciaal: de grond die tot nu toe gratis was zal niet meer gratis zijn, maar verkocht worden, zodat ze meer middelen hebben. En die grond behoort toe aan de Alkalo, in hun traditie is dat de persoon die op een baalde plaats als eerste is komen wonen, de grond heeft ingepalmd, en daardoor nu heel veel macht heeft. Een wat feodaal systeem, waarbij je beter een goeie Alkalo kan hebben. Na een paar generaties (want Alkalo gaat van vader op zoon) is hij dikwijls een rijk man van aanzien, die er natuurlijk alle belang bij heeft om zijn middelen te delen met de bevolking, zodat het dorp zich verder kan ontwikkelen.

Iba Touray, vertegenwoordster van de vrouwen.

Daarna neemt Iba Touray, head of the woman community het woord, en zegt dat het vooral de vrouwen zijn die het meest gebruik zullen kunnen maken van het zuivere water. Ze benadrukt ook dat er nood is aan verdere ontwikkeling. Door de uitgestrektheid van het dorp zijn er nog steeds vrouwen die een hele afstand moeten lopen om aan zuiver water te geraken. Dit niettegenstaande deze installatie er een is met 2 x 4.000 liter vaten en 15 kranen verspreid over het dorp. Ze spreekt ons ook over de uitdaging om hun kinderen naar school te sturen, en dat ze daarom een eigen school willen bouwen. Dat ze dit zelf gaan doen en ook de leraren zelf gaan betalen.

In tegenstelling tot alle andere dorpen waar we installaties hebben geplaatst is dit een dorp waar ze ons wel hun noden uitleggen, maar waar ze niet vragen aan Gammol om dat allemaal in orde te brengen.

Dirk geeft de uitleg die we altijd geven, met sterke nadruk op hun verantwoordelijkheid om de installatie in orde te houden, als basic requirement. We geven ook aan dat we bereid zijn om hen verder te steunen (niettegenstaande ze hier zelf niet achter gevraagd hebben), omdat we vaststellen dat actie nemen hier ook daadwerkelijk gebeurt. Als er een duidelijk actieplan is, zijn we bereid verder te sponsoren.

De councelor of eldern neemt tenslotte het woord om te zeggen dat ze verder actie gaan ondernemen:

  • Het opzetten van een water committee, zodat de installatie tot in de puntjes verzorgd zal worden.
  • Een bijdrage vragen aan de community voor het water, zodat ze middelen genereren.
  • Een omheining plaatsen om een community garden op te richten.
  • Verder bouwen aan het youth center.
  • Bouwen van een primary school in het dorp.

Indrukwekkend, naar Gambiaanse en onze normen, als je ziet met hoe weinig middelen ze dit willen doen en ook stappen nemen om daadwerkelijk te realiseren.

Een dorp die initiatief neemt, en het heft in handen schijnt te nemen. We vragen om samen rond te kunnen gaan in het dorp om er zo meer voeling voor te krijgen. Ze nemen ons mee naar de plek waar de school moet komen en op de weg ernaar toe vertelt Alieu ons meer over hoe ze te werk gaan en welke hun plannen zijn. Zo vragen ze elke week 25 tot 50 dalasi (0,33 tot 0,66 eurocent) aan de dorpelingen. Eenmaal voldoende geld kopen ze hier zand mee. Als ze voldoende zand hebben sparen ze voor cement. Eenmaal hier voldoende van maken ze hiervan stenen. En zo gaat het verder tot ze voldoende stenen hebben om te beginnen bouwen. En het is geen ondernemer die de bouw doet, maar de mannen van het dorp zelf. We vragen door: hoe bouwen ze, hoeveel klassen willen ze bouwen, over hoeveel kinderen gaat het (afhankelijk van de bron 400 of 500), hoe gaan ze voor schaduw zorgen, enz…

Uit onze gesprekken en wat we zien stellen we ons vragen bij de constructie. Zo funderen ze enkel de hoeken van het gebouw en niet alle muren. Reden: gebrek aan middelen. We hebben dit in Falaa meegemaakt, waar we verleden jaar een nieuwe school hebben gebouwd omdat de vorige is ingestort, omwille van een onstabiele constructie. Als we iets later de nursery school van Fuffor gaan bezoeken moeten Dirk en Hedwig ook vaststellen dat de constructie risico’s met zich inhoudt.

Fuffor is een dorp/community die energie geeft. Een gemeenschap die zelf initiatieven neemt en niet staat te wachten op sponsors, maar zelf iets realiseert met de heel beperkte middelen die ze hebben. Het spreekt voor zich dat we dit dorp verder willen ondersteunen en dat dit project op onze agenda komt voor volgend jaar. We spreken af om hier snel uitsluitsel over te geven. We willen zeker vermijden dat ze beginnen bouwen aan iets waar ze later spijt van zullen hebben, omdat het niet veilig zou blijken te zijn. Ze zouden op zijn minst de standaarden moeten gebruiken die wij ook hanteren.

Giboro Gidda Sukuta

Met veel energie trekken we naar Giboro Gidda Sukuta, waar we verleden jaar al langs geweest zijn na het plaatsen van een waterinstallatie. We zijn toen met een heel goed gevoel vertrokken, na hun belofte om een community garden aan te leggen op de grond rond de waterinstallatie. Ze gingen beginnen met het omheinen van het terrein, om de dieren buiten te houden, om dan te starten met groenten te telen. Tegen volgend jaar (nu dus) zouden ze ons laten proeven van hun eerste tomaten.

Ontgoocheling toen we toekwamen en vaststelden dat ze hun belofte niet nagekomen zijn. Noch de omheining en dus noch de tuin was aangelegd. De Alkalo, Saikou Badjie, en daarna een paar andere mannen kwamen ons uitleggen welke de reden was. Een van de excuses: ze kwamen niet overeen welk soort omheining ze moesten plaatsen! Ander excuus: geen geld om een omheining te plaatsen. Maar nu zou het wel lukken: Saikou had zelf 5.000 dalasi gedoneerd en de community had 4.650 dalasi bijeen gespaard. Samen 130 euro. Waarom ze hier niet eerder mee begonnen zijn is niet duidelijk. Maar nu zouden ze ermee starten. Daarnaast moesten we ook vaststellen dat de betonnen sokkel van de pomp aan het afbrokkelen was. Iets waarvan ze weten dat ze dit moeten melden, zodat dit kan hersteld worden.

Verleden jaar hadden we hen de belofte gedaan om verder te investeren in hun community als zij hun belofte ook zouden nakomen. Wat dus niet gebeurd is. Resultaat: Gammol zal dit jaar niet opnieuw investeren in hun community. Vermits ze hun belofte niet zijn nagekomen, zullen ze ook eerst ons vertrouwen moeten terugwinnen. Waar ze eerst bovenaan onze lijst stonden voor een volgend project, staan ze nu onderaan.

Terwijl we dit aan de mannen aan het uitleggen zijn horen we op de achtergrond geroep en getier. Omar was alles aan het vertalen voor de aanwezige vrouwen, waardoor deze zich tegen de mannen keerden. Echt niet gewoon. De vrouwen waren letterlijk met hun vinger aan het wijzen naar de mannen om hen op hun onverantwoordelijke houding te wijzen. Verwijten slingerden in het rond. En ze lieten niet na om de mannen duidelijk te maken dat als zij iets beloven ze het wel doen! Het was 40°C vrijdag, maar ik kan me inbeelden dat de temperatuur nadien nog wat is opgelopen in de huishoudens!

We hebben hen nog de boodschap meegegeven dat ze een omheining niet voor ons moeten plaatsen maar voor henzelf, zodat de vrouwen groenten kunnen telen, om de hun levenskwaliteit te verbeteren, van hen en hun kinderen. We hebben ons bezoek afgesloten met een gebed en een “Inch Allah”.

In de wagen nabespreking, en we zitten wat dat betreft allemaal op dezelfde golflengte. Dit lijkt heel bizar allemaal, zeker naar onze Westerse normen en gewoontes. Voor ons ook niet evident om die lijn te trekken, want het gaat ten koste van de ganse community, kinderen inbegrepen. Maar dit is soms, zeker niet altijd en overal, de enige wijze om de mannen in beweging te zetten. Consequent zijn en hen doen ervaren dat dit een dure les is voor de ganse community. Spijtig.

2024031505
Omar verduidelijkt waarom we, voorlopig, niet verder investeren.


Mandinaba Daru Salam

We rijden verder naar Mandinaba Daru Salam.

De watertoren van Mandinaba heeft dringend verf nodig.

Ai, we komen toe en we stellen vast dat het geraamte van de waterinstallatie niet geverfd is. We hebben voor alle installaties namelijk verf geleverd, zodat het ijzer beschermd wordt tegen roestvorming. Bovendien is de pomp aan het lekken, waardoor een van de ijzers waar het watervat op steunt aan het roesten is. Als er iets is waar we telkens opnieuw de nadruk op leggen en streng op toekijken is het dat wel: de waterinstallatie moet onderhouden worden. In eerste instantie voor henzelf, zodat ze er lang gebruik van kunnen maken. Maar evengoed omwille van hun veiligheid. Zoals ik eerder schreef in dit verslag: In de fishing market wordt een van de watervaten niet meer gevuld, omdat er gevaar is dat de verroeste stelling het zou begeven onder het gewicht van het vat. Stel je voor dat zo’n vat naar beneden zou vallen, vanop een hoogte van 6 à 7 meter, net op het ogenblik als er iemand passeert. Een risico die we niet kunnen of willen nemen.

Overleg samen met Omar. Ons besluit is – evident – hetzelfde als in Gidda Sukuta. We hadden voorzien om dit jaar in Daru Salam een school te bouwen. Gevolg van dit gebrek aan onderhoud is dat er zeker dit jaar geen school gebouwd zal worden.

De vergadering gaat van start. Ousman, de head councelor, die al nattigheid voelt, opent de vergadering door te zeggen dat Gammol komt kijken of alles volgens afspraak verloopt. Waarna we straight to the point komen: de installatie is niet in orde. Wat te verwachten is: Amoro Jarju, voorzitter van de VDC, en Amado Jallow, secretaris van de VDC, komen af met een ganse uitleg waarom de toren niet geschilderd is en waarom het lek niet gerepareerd is.

Waarop we hen duidelijk maken dat we niet gaan investeren in een school, die qua project veel complexer is, als ze er al niet in slagen om hun waterinstallatie perfect te onderhouden. We aanvaarden de excuses niet, de feiten zijn er. Besluit, idem als in Gidda Sukuta: beloftes worden nageleefd, voor zover dit langs beide kanten zo is. En vertrouwen moet wederzijds zijn. Daarom, hoe erg we dit ook vinden, geen school dit jaar. Extra pijnlijk in vergelijking met een waterinstallatie, omdat het de kinderen zijn die hier de dupe van zijn en niet de mannen die hiervan de oorzaak zijn. Ze nemen het duidelijk niet altijd zo nauw met afspraken en beloftes. We maken hen nogmaals duidelijk dat ze altijd contact moeten opnemen met Omar en Lamin als er iets mis is met de installatie, waar ze zelf geen oplossing voor hebben.

Vandaag was dus niet zo aangenaam voor ons, maar vooral niet voor de 2 betrokken dorpen. Een dure les voor de betrokken 2 dorpen.  s’Avonds bespreken we de situatie en what to do? De investeringen voorzien voor Daru Salam en Gidda Sukuta zullen natuurlijk ergens anders gebeuren. Aanvragen genoeg. Wat de school betreft: zie mijn verslag over Fuffor. Ons bezoek daar op vrijdag gaf ons een heel goed gevoel. Ze hebben ons daar getoond dat ze zelf het heft in handen nemen zonder te wachten tot er een sponsor afkomt. Hun initiatief om zelf een primary school te bouwen en hiermee al te starten, zonder hiervoor naar centen te vragen, verdient wel onze steun. We moeten dit snel beslissen, zodat we kunnen waken over de kwaliteit van de bouw, zeker nadat we vastgesteld hebben dat de bouw van hun nursery school niet echt kwalitatief is. We hebben immers de ervaring van Falaa met wat het regenseizoen kan doen aan een gebouw die onvoldoende gefundeerd is en gebouwd is met stenen van minderwaardige kwaliteit. Wetende dat dit enkel het gevolg is van een gebrek aan middelen, waardoor dit ten koste gaat van de kwaliteit. Een risico die wij niet wensen te nemen als we scholen bouwen.

We vragen aan Omar om contact te nemen met Ousman om morgen terug een afspraak te regelen met de verantwoordelijken in Fuffor.